Gas en Benzinedamp
Omdat we vaak met machines met een verbrandingsmotor werken, maken we vaak gebruik van brandstoffen die in jerrycans en bidons vervoerd worden.
Ook gasflessen worden gebruikt voor onkruidbestrijding of bij aanlegwerken.
Er zijn heel wat gevaren verbonden aan het transport en gebruik van deze middelen.
TRANSPORT GASFLESSEN:
ADR Wetgeving:
Het transport van gasflessen wordt geregeld via de ADR wetgeving. Om buiten die wetgeving te blijven moet je onder de 330 kg blijven.
MAXIMAAL AANTAL: 31 kleine flessen van 10,5kg OF 18 grote flessen van 18 kg
Gas kan in het voertuig lekken. Dat geeft gevaar voor explosies, vergiftiging en verstikking. De lekken kunnen ontstaan door beschadigingen, stoten en door overdrukventiel.
Sluit de kraan goed af bij de basiskraan. Indien vervoer in een gesloten voertuig rij je met ventilatie open. Open ook de ramen van je voertuig (een kier is voldoende). Vervoer nooit giftige gassen in een gesloten voertuig.
Vloeibare gassen hebben extra gevaren. Zo kunnen ze bij een lek snel een ruimte vullen. Lekkages kunnen ook metalen broos maken wat dan weer een risico betekent naar breuk en grotere lekkage tot gevolg.
Voorzie een goede ventilatie. Ideaal is vervoer in een open laadruimte waarbij het bestuurderscompartiment is afgesloten. Vervoer in personenwagens en gesloten bestelwagens wordt afgeraden. Laat geen gasflessen achter in een gesloten compartiment.
De gasflessen kunnen tijdens transport kantelen. Een kraan die door een slag lost, maakt van een cylinder een raket…
Plaats de flessen in rechtopstaande positie. Zeker de flessen tegen kantelen en vallen. Neem niet meer mee dan toegelaten is.
De flessen kunnen zwaar en moeilijk hanteerbaar zijn. Tijdens het laden en lossen kunnen daardoor gevaren ontstaan. Slechte gewichtsverdeling in de laadruimte kan het rijgedrag beïnvloeden.
Let op je ergonomie bij heffen en tillen en verplaats je over een vlakke en stabiele ondergrond. Gebruik een kar voor het verplaatsen van de grote gasfles bij het onkruidbranden. Zorg voor een goede gewichtsverdeling in de laadruimte.
Ontbrekende labels kunnen tot vergissingen lijden!
Labels op de gasflessen zorgen voor een juiste identificatie.
In noodsituaties:
Betreed het voertuig niet indien je een vermoeden hebt van een gaslek.
Geef de tijd om het gas in de atmosfeer te laten ontsnappen
Tijdens het rijden: stop uw voertuig zo snel mogelijk, zet de motor af en stap uit.
Laat de deuren open bij het uitstappen.
Blijf uit de buurt en houdt anderen weg.
Minimaliseer de mogelijkheid tot ontsteking. NIET roken!
Bel 112 en geef duidelijk uw plaats door en vermeld het aantal aanwezige gascylinders en andere brandstoffen.
STOCKEREN GASFLESSEN:
- Gaskraan moet goed en volledig dichtgedraaid zijn. Verwijder de slang en de drukregelaar.
- Bewaar op een goed geventileerde plaats. In open lucht, onder een afdak of in een goed geventileerde garage of tuinhuis.
Gas is zwaarder dan lucht. Zet een gasfles daarom nooit in een kelder of op een plaats met een opening of verlaging in de vloer. - Zet de fles altijd rechtop zodat ze niet kan gaan rollen want dan kan die beschadigd geraken. Zekeren tegen omvallen is een goed idee.
- Warm of koud? In de winter mag het gas ook gewoon buiten opgeslagen staan. Propaan blijft werken tot -40°C Butaan werkt slechts tot -0,5°C.
Zorg er voor dat de fles niet in volle zon staat. Vooral bij mooi weer kan de druk in de fles snel oplopen en dat is niet wenselijk. Hou de flessen ook weg van warmte bronnen. Flessen bovenop een branderinstallatie (onkruidverdelging) is geen goed idee! Er kan snel overdruk ontstaan welke kan resulteren in steekvlammen of zelfs ontploffingen.
5. Bewaar de flessen op goed bereikbare plaatsen en buiten bereik van derden.
BENZINE en BENZINEDAMP:
BENZINE
BENZINE 2TAKT
DIESEL ROOD
Zorg dat elke bidon, jerrycan of ander recipiënt gelabeld is met het juiste label.
Benzine (E5 & E10) en tweetakt zijn brandstoffen waar bij verdamping explosief gas ontstaat.
(Bij brandende benzine is het zelfs niet de vloeistof op zich die brandt maar zijn het de dampen van de vloeistof die branden.)
Indien Benzine gelekt of gemorst werd in een gesloten compartiment kan er zich in die ruimte een explosief gas beginnen vormen. Dat kan in de laadruimte van de bestelwagens zijn, in een materiaalcontainer, in een verzinking in de vloer of in een ander gesloten compartiment.
Explosie in het Atelier te Londerzeel
Onlangs is er een explosie geweest in het atelier te Londerzeel door opgestapeld gas in het gesloten compartiment van de boot waar de brandstoftank in ondergebracht zit. Daar had een hoeveelheid benzine de kans om te verdampen en zo een gevaarlijk explosief gasmengsel veroorzaakte. We hadden toen 1 slachtoffer die met brandwonden naar het ziekenhuis afgevoerd werd.
Wegens het gevaar op brand en explosie is het VERBODEN TE ROKEN in de buurt van de laadruimten, opslagplaatsen van brandstoffen en gassen en op de werkboten.
Ook werken met open vlam is er verboden.
Preventie benzinedampen:
Let op! De doeken of het materiaal waarmee de gemorste hoeveelheid opgekuist werd kunnen ook nog altijd verdere verdamping geven of ontbranden indien deze in contact komen met een ontsteking.
Tanken doe je altijd op een goed verluchte plaats, bij voorkeur in open lucht.
Benzinedamp is zwaarder dan lucht. Tank niet in de nabijheid van een luchtafzuiging, onderliggend compartiment of verzinking.
Tank met de antilekdop. Als dat niet kan zorg er dan voor dat eventuele spills direct opgekuist worden en deze plaats goed verlucht wordt.